Stampleem is een mengeling van klei, leem (silt), zand en kiezel (0-16 mm) en weegt in droge toestand ongeveer 2300 kg/m3. Het wordt gebruikt voor de constructie van muren, maar is ook perfect toepasbaar als vloerafwerking.

Om een vloer te maken beginnen we met het uitstorten van een dikke laag (aardvochtige) stampleem op een geëgaliseerde stabiele ondergrond. Zorg dat de verdeling consistent en gelijkmatig gebeurt en houd er vooraf ook rekening mee dat de vloer bij verdichting zo’n 40 % van zijn hoogte verliest. Trek de aardvochtige leem met een lange rei vlak. Vervolgens wordt de stampleem verdicht met een trilplaat of met een stamper. Na voldoende droging kan je eventueel de vloer met een roterende schuurmachine afschuren om een gladder uiterlijk te verkrijgen. Ten slotte moet je de aangestampte vloer behandelen met lijnolie en carnaubawas om uit te harden. De uiteindelijke dikte van de stampleemvloer mag niet minder zijn dan 8 cm en niet meer dan 12 cm. Na verdichting is de vloer direct beloopbaar.

Stampleem wordt door een aantal leveranciers kant-en-klaar in bigbags geleverd, maar je kan het mengsel ook zelf maken met bvb. uitgegraven grond van je bouwput. Indien je voor deze laatste optie gaat, dan is het onontbeerlijk om een specialist te raadplegen.

Deze diashow vereist JavaScript.

Er zijn ook andere manieren om een aardevloer te maken: een basislaag met een mengsel van leem en stro die afgewerkt wordt met een dunne (zuivere) leemlaag, of je kan ook leemstenen op een geëgaliseerde stabiele ondergrond leggen (zoals klinkers) en vervolgens opvoegen met zand.